I
I
Van dit
© Charovayka 2015
27april 2015 Peter Smeets
Uiterlijk
De Zwarte Russische Terriër is dus op een zeer ongewone manier gefokt, maar gelukkig is hij een doodgewone hond. Een beetje groot  misschien. Op straat loop je met een opvallende verschijning aan je zijde; een ruim 45 kilo wegende, meer dan 70 centimeter hoge kanjer. De Zwarte Russische Terriër heeft een zwaar skelet met goed ontwikkelde bouw en een massieve bespiering. Een strakke elastische huid zonder plooien of wammen. De hoogte van de reu is 68 tot 74 centimeters; van teven is de hoogte 64 tot 70 centimeters. De vacht is dicht aangesloten, draadachtig en licht golvend. Het 4 tot 10 cm. lange bovenhaar bedekt het hele lichaam van de hond. De vacht is goed ontwikkeld en vormt op de kop wenkbrauwen en baard, het z.g. garnituur. De kleur is zwart of zwart met enkele grijze haren. De kop is harmonisch in verhouding met de rest van het lichaam. Hij is tamelijk smal in het schedelgedeelte, met ronde maar niet te sterk ontwikkelde jukbeenderen. Hij heeft een vlakke schedel, de stop voelbaar doch niet te sterk. De schedellijn loopt parallel met de neusrug, die iets korter is. De sterke snuit eindigt in een stompe neus. Baard en baardharen geven de snuit een vierkante vorm. De lippen zijn vlezig en liggen kort aan.  De Zwarte Russische Terriër beweegt makkelijk, vrij en harmonisch. De draf en de galop zijn karakteristieke gangen. In draf bewegen zijn ledematen correct; uit zijn gangwerk blijkt zijn zelfvertrouwen en kracht.  De rug en de nierstreek bewegen elastisch mee. Schoft en lendenen  blijven bij de draf op een lijn. Zijn verschijning is opvallend, en hij presenteert zich heel zelfverzekerd en hij is alert op zijn omgeving.
© Charovayka 2015
27april 2015 Peter Smeets
Uiterlijk
De Zwarte Russische Terriër is dus op een zeer ongewone manier gefokt, maar gelukkig is hij een doodgewone hond. Een beetje groot  misschien. Op straat loop je met een opvallende verschijning aan je zijde; een ruim 45 kilo wegende, meer dan 70 centimeter hoge kanjer. De Zwarte Russische Terriër heeft een zwaar skelet met goed ontwikkelde bouw en een massieve bespiering. Een strakke elastische huid zonder plooien of wammen. De hoogte van de reu is 68 tot 74 centimeters; van teven is de hoogte 64 tot 70 centimeters. De vacht is dicht aangesloten, draadachtig en licht golvend. Het 4 tot 10 cm. lange bovenhaar bedekt het hele lichaam van de hond. De vacht is goed ontwikkeld en vormt op de kop wenkbrauwen en baard, het z.g. garnituur. De kleur is zwart of zwart met enkele grijze haren. De kop is harmonisch in verhouding met de rest van het lichaam. Hij is tamelijk smal in het schedelgedeelte, met ronde maar niet te sterk ontwikkelde jukbeenderen. Hij heeft een vlakke schedel, de stop voelbaar doch niet te sterk. De schedellijn loopt parallel met de neusrug, die iets korter is. De sterke snuit eindigt in een stompe neus. Baard en baardharen geven de snuit een vierkante vorm. De lippen zijn vlezig en liggen kort aan.  De Zwarte Russische Terriër beweegt makkelijk, vrij en harmonisch. De draf en de galop zijn karakteristieke gangen. In draf bewegen zijn ledematen correct; uit zijn gangwerk blijkt zijn zelfvertrouwen en kracht.  De rug en de nierstreek bewegen elastisch mee. Schoft en lendenen  blijven bij de draf op een lijn. Zijn verschijning is opvallend, en hij presenteert zich heel zelfverzekerd en hij is alert op zijn omgeving.